top of page

ONZE VERWEESDE MIJNSTREEK | GEERTJE BUTER

Onze samenleving is geen samenwerkend geheel meer’

Onze verweesde mijnstreek _ Geertje Buter _ 01.jpg

Geertje Buter in haar slaapkamer. 

Het jarenlange misbruik door haar vader maakte van Geertje Buter een hulpverlener voor bewoners uit de mijnstreek die psychisch lijden en vaak het vertrouwen in de overheid zijn kwijtgeraakt.

"

    Ik heb veel hartzeer gehad. Mijn vader dronk, ging met andere vrouwen en sloeg mijn moeder. Ik moest er altijd tussen springen, de klappen opvangen. Mij heeft hij twee keer met een mes gestoken. En hij misbruikte me. Daardoor was mijn eigen huwelijk minder goed dan buitenstaanders dachten. Ik heb twee kleinkinderen verloren. Weet je, dat doet vreselijk pijn. Maar ik ben nooit iemand geweest die in een kelder heeft gezeten. Ik geloof dat alles in het leven een keuze is. Je kunt ervoor kiezen om een slachtoffer te zijn voor wie iedereen maar moet zorgen. Ik koos ervoor om het beste van het leven te maken.

Mijn vader was fout geweest in de oorlog en moest voor straf vijf jaar in de mijnen werken. Daar ontmoette hij in 1952 mijn opa. Die had een paar foto’s op zak met huwbare dochters. En zo kwam hij aan mijn moeder. Haar familie had joodse wortels. Toen ze trouwden wist mijn moeder niet dat haar echtgenoot voor de Duitsers had gevochten en joden had verraden en vermoord. Dat kwam op enig moment uit, en daarna wilde haar familie niks meer met mijn vader te maken hebben. En zijn eigen familie ook niet, omdat mijn vader vreemdging. Ik ben dus nogal geïsoleerd opgegroeid, met alleen mijn vader en moeder. In mijn jeugd in Brunssum bleef alles tussen vier muren. Huiselijk geweld, misbruik… daar sprak je niet over. Het leed bleef verborgen.

Onze verweesde mijnstreek _ Geertje Buter _ 02.jpg

Beeld in Brunssum van een gekruisigde Christus, wakend over de mijnwerker en zijn gezin. Beeldhouwer Jan Vos werd in 1946 gevraagd een scupltuur te maken van het katholieke karakter van de mijnstreek.

De opdracht kwam van de Katholieke Actie, een door paus Pius XI geïnitieerde katholieke lekenbeweging

die de secularisering van de samenleving moest tegengaan.

Ik heb een redderssyndroom. Als ik iemand geestelijk zie lijden, wil ik dat heel graag oplossen. Dat komt natuurlijk voort uit mijn verleden. Ik weet dat ik niet de wereld kan redden, maar wel in mijn omgeving zoveel mogelijk kan doen. Ik help mensen waar ik kan, als pastor van een Pinkster-gemeente, als hulpverlener voor gedetineerden of als vrijwilliger bij het Leger des Heils. Ik vind het heerlijk om verhalen van mensen te horen. 

Onze verweesde mijnstreek _ Geertje Buter _ 03.jpg

Geertje Buter werkt thuis aan haar preek voor de komende dienst van de Pinkstergemeente waarvan ze pastor is.

De mensen voelen zich angstig en onzeker. Ze roepen wanhopig om hulp, maar die komt niet. Daar komt de angst voor de huidige tijd bovenop, als een onzichtbare vijand.

Ze weten niet wat er morgen gaat gebeuren. Dat is begonnen met de premier die zo vaak op televisie vertelde hoe gevaarlijk corona was. Dat heeft zo’n indruk gemaakt… De mensen die op de PVV hebben gestemd zijn boos op de overheid en teleurgesteld in de politici. Ze zijn hen gewoon beu. Ze vinden dat het anders moet gaan en hopen dat Wilders zijn beloftes kan waarmaken. Overal hoor ik dat mensen zich achtergesteld voelen omdat er voor migranten wel gezorgd wordt. Zij krijgen een huis of verblijven in een hotel of cruiseschip terwijl Nederlanders al heel lang ingeschreven staan en overal tegen een ‘nee’ aanlopen. Daar komt bij dat het leven ontzettend duur is geworden. Ik zie steeds vaker dat mensen hun huis kwijtraken en op straat komen te leven. Omdat ze de huur niet meer kunnen betalen. Of door een scheiding in hun auto moeten slapen, terwijl ze nog wel werk hebben. 

Onze verweesde mijnstreek _ Geertje Buter _ 09.jpg

‘De meeste mensen zijn politici gewoon beu,

ze vinden dat het anders moet’

Voor een persoonlijk gesprek neemt Geertje Buter de bezoeker mee naar de eerste verdieping van de Koempel,

de huiskamer van het Leger des Huis in de Lindenheuvel, een voormalige mijnwerkers kolonie van de staatsmijn Maurits in Geleen.

Op straat schrikken mensen als je ze goedendag zegt. Tegelijkertijd is er meer dan ooit behoefte aan een arm om een schouder, aan een vriendelijk woord. Er verkeren zoveel mensen in psychische nood, daar schrik ik wel van. Ze hebben vaak bizarre, traumatische levensverhalen en zitten diep in de put. Als mensen aankloppen bij de instanties, worden ze van het kastje naar de muur gestuurd. Bij elk loket krijgen ze een ander verhaal te horen. Vroeger ging je naar een ziekenhuis of een woningbouwvereniging en daar zat een mens aan de andere kant van de tafel met wie je kon praten. Die luisterde naar jouw verhaal en zei: okay, je hebt een probleem en dat gaan we oplossen. Nu moet je allerlei instanties opbellen en je ziet niemand. Vanwege privacyregels mag niemand iets zeggen. Of je krijgt te horen: dat is mijn afdeling niet. Weet je, het is geen samenwerkend geheel meer. Ik denk dat dat het grootste probleem is van onze samenleving.

 

Tegenwoordig zijn we goed geworden in het plakken van pleisters. We geven de mensen pilletjes en daardoor gaan de scherpe randen er van af. Maar het neemt natuurlijk nooit de oorzaak weg. Daarom kloppen mensen aan bij het Leger des Heils. Omdat ze daar nog wel dat menselijk contact vinden en een luisterend oor. Omdat ik zelf zoveel ellende heb meegemaakt, begrijp ik wat mensen doormaken. 

Onze verweesde mijnstreek _ Geertje Buter _ 05.jpg

Een Ontmoetingsbus van het Leger des Heils staat geparkeerd onder de rook van Chemelot in Lindenheuvel,

de vroegere mijnwerkersbuurt van Geleen. Hier woonden vooral werknemers van de Staatsmijn Maurits.

‘Veel mensen verkeren in psychische nood, daar schrik ik wel van’

In huiskamer de Koempel in de Geleense wijk Lindenheuvel komen bezoekers voor een praatje,

wat gezelligheid, een kopje koffie en een gezamenlijke maaltijd, verzorgd door het Leger des Heils.

Dat ik door mijn vader werd misbruikt, wist mijn moeder niet. Het gebeurde altijd als zij er niet was. Zij zat in haar eigen pijn. Door te zwijgen dacht ik haar te beschermen. Als klein meisje van zes of zeven durfde ik ’s nachts niet alleen naar het toilet beneden te gaan. Dan was ik gewoon de klos. Dan moest ik allerlei dingen bij hem doen. Als tiener viel ik flauw zodra mijn vader me streelde. Incest is alsof er in je lichaam wordt ingebroken.

 

Ik was door mijn leven thuis de meest eenzame mens op aarde. Omdat ik liever in de hemel wilde zijn, ging ik als klein meisje al op zoek naar Jezus. Ik heb hem overal gezocht, maar niet gevonden in een kerk. Als daar gesproken werd over een liefdevolle God, dan dacht ik: wat een ouwe viespeuk, want die vergeleek ik met mijn eigen vader. Ik vond Jezus bij mensen die ik ontmoette bij de Pinkstergemeente toen ik dertien was. Toen ik Jezus vroeg of hij in mijn hart wilde komen wonen, was het alsof er iemand echt in me kwam. Het voelde als een intense vrede en mijn eenzaamheid was weg. 

‘Voor veel mensen ben ik als een liefhebbende moeder’

Onze verweesde mijnstreek _ Geertje Buter _ 04.jpg

Familiefoto's in een kamer bij Geertje Buter.

Misbruik neem je mee je huwelijk in. Toen we net getrouwd waren ging ik als eerste naar bed met een pyjama van nek tot enkels en dan deed ik net of ik sliep. Ook bij mijn man verloor ik het bewustzijn als hij me aanhaalde. Ik was zo gewend om te ontsnappen aan mijn vader… Het zijn wonden die mijn leven hebben getekend. Daar heeft ons huwelijk onder geleden. Als er over incest op de televisie gepraat werd, kreeg ik rode vlekken in mijn nek. En dan moest mijn echtgenoot uit de buurt blijven, want dan haatte ik iedere man. 

 

Toen we dachten dat mijn vader op sterven lag, heb ik mijn moeder over het misbruik verteld. Maar hij ging niet dood. Vanaf dat moment wilde ze nooit meer met mijn vader slapen. Een paar jaar later, ik liep toen tegen de veertig, liet God me in een droom zien wat mijn vader in de oorlog had misdaan. Hij wilde dat ik mijn vader zou vergeven, ook voor het misbruik. Hij zei: het gaat me niet om je vader, het gaat me om jou. Jij bent mijn geliefde kind en ik wil dat je vrij bent, dat je geheeld wordt. We zaten met z'n drieën aan tafel en toen zei ik tegen mijn vader: God wil dat ik jou vergeef voor wat je mijn moeder en mij hebt aangedaan. Mijn moeder sprong op en riep fel uit: wat, moet jij hem vergeven voor wat hij ons heeft aangedaan? Hij moet jou om vergeving vragen! En toen vertelde ik mijn vader wat God mij in mijn droom had laten zien. Dat hij zijn familie verraden had, joden en zwarte Amerikanen had gedood, in een kamp in Rusland had gezeten en daaruit gevlucht was. En toen brak mijn vader. Mijn moeder wist wel dat hij joden haatte, maar kende al deze details over zijn verleden niet. Daar heeft hij nooit iets over willen vertellen.

Onze verweesde mijnstreek _ 39.jpg

Een glasmozaïek van Harry Schoonbrood in Geleen, gemaakt voor het 50-jarig bestaan van de Staatsmijnen in 1952. Het linkerpaneel verbeeldt de ontwikkeling van de landbouw naar de mijnindustrie.

De illustratie op het rechterpaneel verwijst naar de rooskleurige toekomst voor de jeugd van toen

die door de mijnindustrie zonder zorgen zou opgroeien.

Onze verweesde mijnstreek _ Geertje Buter _ 10.jpg

Muurschildering uit 2023 van de Utrechtse kunstenaar 'Erwtje' van een luchtdruktrein op de Juliana tunnel,

een spoorbrug tussen de wijk Lindenheuvel en het centrum van Geleen.

Ik heb nooit van mijn vader kunnen houden. Over het misbruik bleef hij zwijgen tot zijn laatste adem. En al die tijd was er de stille hoop dat hij nog iets zou zeggen over wat er gebeurd was. Maar de angst en de boosheid waren weg toen ik hem vergeven had. 

 

Mijn moeder was mijn wereld. Mijn alles. Ze verbood mij nooit wat. Mijn moeder ging bij me zitten en ze legde uit. En dan moest ik een keuze maken. Ze oordeelde nooit, iedereen was altijd welkom. Mijn moeder was een lopende biechtstoel. Ook voor mijn vriendinnen. Jezus zegt dat we onze naasten moeten liefhebben als onszelf en voor elkaar moeten zorgen. Dat is precies wat mijn moeder deed. En daarom is ze mijn voorbeeld. Iedere morgen vraag ik aan God: wat wilt u dat ik deze dag doe? Met wie ben ik en wat is de bedoeling van deze dag? Geloven is de liefde van God laten zien in de praktijk. Dat is wat we doen bij het Leger des Heils. Voor veel mensen ben ik als een moeder, die meeleeft, luistert en steun geeft. De ellende die mij is overkomen, daar wil ik andere mensen proberen uit te halen. Zonder te oordelen, en zonder anderen te vertellen wat ze moeten doen. Ik denk dat ik geboren ben om een liefhebbende moeder te zijn. Ja, dat maakt mij gelukkig, als ik actief mijn moeder kan zijn.

"

bottom of page