
Net buiten het toeristische vissersplaatsje Mahdia ligt Residence Paradise, een vakantieappartement dat nooit is afgebouwd.
DESTINATION PARADISE
Terwijl Europese toeristen een sprookjesachtige vakantie beleven aan de Tunesische stranden, jaagt de politie met grof geweld op zee en langs de kust op migranten om ze het land uit te kunnen zetten. Het menselijk leed dat het politieoptreden veroorzaakt is de prijs die migranten betalen voor de Tunesië deal van de EU.
Ondertussen komen er in totaal nog evenveel
bootvluchtelingen in Italië aan.
De bestemming is niet veranderd, wel het land van vertrek.

Een migrant maakt op een uitkijkpunt in het populaire plaatsje Sidi Bou Said vlakbij Tunis een foto van de zee en de jachthaven.

Een dansende groep toeristen bij een resort op het strand bij Port El-Kantaoui. Het zeepsop komt uit een kanon, bediend door medewerkers van hun resort.
Er kunnen veel redenen zijn waarom mensen willen ontsnappen aan hun dagelijkse realiteit en beginnen te verlangen naar een plek waar ze liever willen zijn. De reisbranche speelt in op deze onbewuste neiging tot escapisme door meeslepende, authentieke ervaringen te beloven in verre bestemmingen en door resorts aan te prijzen met klinkende namen die een koninklijke, exotische en in elk geval zorgeloze sfeer oproepen.
Terwijl Europese toeristen zich in Tunesië overgeven aan een luxueuze strandvakantie, wagen migranten hun leven een stukje verderop om het gedroomde Europa te bereiken. Deze contrasterende werelden bewegen als elkaars tegenpolen om elkaar heen langs de kustlijn. Om zich te vermaken varen toeristen een rondje langs de kust in een nep-piratenboot die zo op de cover zou kunnen van een Legodoos. Of ze trekken een reddingsvest aan om zich met vrienden en familie op een opblaasbare banaan door een speedboot over de Middellandse zee te laten trekken. De gelijkenis met het inmiddels bekende beeld van Afrikaanse migranten in rubberen bootjes, met beide benen aan weerszijden van de met lucht gevulde cilinders om de balans te bewaren, is evident. Tegelijkertijd kan het contrast tussen beide soorten reizigers niet groter zijn.





Toeristen maken een selfie bij het Safari Shopping Center, gelegen nabij fancy resorts in een toeristische enclave bij Monastir.
De gemiddelde toerist verblijft vooral in zijn beveiligde all-inclusive cocon, en ziet hooguit wat bedelende vrouwen op straat. Als er al iets van het ‘donkere’ Afrika in zijn blikveld verschijnt, dan als toeristische attractie en in een kinderlijk-naïeve representatie. Zo is er in de buurt van Sousse een dierentuin die ingericht is als een groot Afrikaans dorp waar ingevlogen Zuid-Afrikaanse Zulu’s muziek maken en dansjes doen voor en met de bezoekers. Een ander voorbeeld is het Safari Shopping Center gelegen in een toeristische enclave bij Monastir. Het toont een primitief Afrika van stoere krijgers, wilde dieren en dansende vrouwen. Alsof de architect zich heeft laten inspireren door gedateerde stripverhalen vol clichés over het koloniale tijdperk op het Afrikaanse continent. Maar buiten de toeristische enclaves en attracties blijft er van het sprookjesland weinig fraais over.

Het strand bij Port El-Kantaoui.

Een in kamelenvlees gespecialiseerd eetstalletje op de kustweg
van Sousse naar Monastir.

Straatbeeld vanaf de boulevard van het toeristische vissersplaatsje Mahdia.

Een plein in El Djem dichtbij het grootste
Romeinse amfitheater van het Afrikaanse continent.

Een vrouw uit Sierra Leone bedelt met haar twee kinderen tegenover de moskee bij de medina van Sousse.
Een safari op migranten
Hoe ziet de wereld van de migranten in Tunesië er dan uit? En wat maken ze dagelijks mee? In plaats van een beter leven in Europa zijn ze vast komen te zitten in de Tunesische kuststrook, zonder eten, drinken, geld, humanitaire hulp, medische zorg en een plek om te verblijven. De Nationale Garde jaagt op migranten in steden en in hun zelfgebouwde kampen - ook een soort enclave, maar dan illegaal - tussen El Amra en de havenstad Sfax om ze te beroven en het land uit te kunnen zetten. Elke week vernietigen bulldozers wel ergens hun verblijfplaatsen onder de olijfbomen, gemaakt van afgedankte meubels en plastic.
Een konvooi van de Nationale Garde met acht politiebussen, twee touringcars en drie bulldozers staat klaar bij El Amra om een kamp van migranten te gaan vernietigen.
​Alle gearresteerden wacht hetzelfde lot: allereerst confisqueert de politie al hun bezittingen (geld, telefoon, documenten). Vervolgens moeten ze stilzwijgend, geboeid en voorovergebogen plaatsnemen in al klaarstaande touringcars. De bestemming is de grens met Algerije of Libië, waar ze met stokslagen de woestijn in worden gejaagd. Vrouwen worden volgens een publicatie in The Guardian van september 2024 systematisch door agenten van de Nationale Garde verkracht. Als de politie de arrestanten niet al verkocht heeft aan een bij de grens wachtende militiegroep, beginnen de migranten aan een wekenlange terugtocht naar hun eerdere verblijfsplaats aan de Tunesische kust, zonder eten en water. Velen komen om en de overlevenden zien geen andere uitweg dan opnieuw te beginnen en te gaan sparen voor een volgende poging om de middellandse zee over te steken. Het heeft hun familie en henzelf teveel gekost om tot hier te komen, en falen is geen optie.

In de olijfboomgaarden langs de weg van Sfax naar El Amra bevinden zich meerdere (illegale) kampen waar migranten verblijven. Deze bevindt zich bij kilometerpaal 24.

Als de boer op een tractor langskomt om zijn olijfbomen water te geven, kunnen de migranten hun flessen door hem laten bijvullen. Enkele migranten demonstreerden dat ze het met chemicaliën vervuilde water dronken en toonden de bulten die ze er van kregen op hun huid.
Een alternatief is het drinken van zeewater.
Geen reportages toegestaan over migranten
Filmploegen krijgen al enige tijd geen toestemming om reportages over migranten te maken. En sinds kort worden er helemaal geen autorisaties meer aan de media gegeven. Zo probeert de regering te verhullen welke gewelddadige methoden worden ingezet om de boten richting Europa te stoppen en om gearresteerde migranten te dumpen in de woestijn.
Ondanks het verbod lukte het journalisten van Arte om in het geheim opnames te maken van de repressie. Uit hun reportage van juli 2025 blijkt dat de aanpak van de overheid volstrekt niet voldoet aan de respectvolle, menswaardige behandeling die bij de migratiedeal uit 2023 met Europa was afgesproken. Zo zijn er door migranten gemaakte video’s te zien van een ‘reddingsoperatie’ op zee. De kustwacht scheert langs de overvolle, soms zelfgemaakte bootjes om ze te laten kapseizen. Als dat niet lukt, proberen ze een boot te overvaren. Agenten slaan met stokken op de van angst verstijfde inzittenden. Je hoort een moeder schreeuwen om haar baby. In een volgend fragment zie je ronddrijvende migranten in zee.

De koetsier van een rijtuig voor toeristen roept vlakbij de medina van Sousse een taxi voor zijn klanten. Een sterk vermagerde migrant steekt de straat over.
Hulpverleners zijn opgepakt
Het is in Tunesië verboden om migranten hulp te bieden, in wat voor vorm dan ook. Het geven van een fles water is al voldoende om gearresteerd te worden. Nadat tientallen nationale en internationale hulpverleners werden opgepakt en beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie, sloten hun organisaties noodgedwongen de deuren. Hoe overleven migranten in een land waar de apartheid opnieuw is uitgevonden en werken officieel verboden is?
In sommige wijken van de hoofdstad Tunis en andere grote steden lijkt illegale arbeid oogluikend te worden getolereerd. Al kan ook daar ieder moment iemand door de politie worden gearresteerd. De mannen werken op een bouwplaats, sleutelen in een garage aan auto’s of verrichten hand- en spandiensten voor een ondernemer of particuliere baas. Vrouwen vinden soms werk in een café of restaurant of werken als huishoudelijke hulp voor een ‘madam’. Moeders met jonge kinderen zitten bij een moskee of op de stoep van een winkelstraat te bedelen, anderen bieden op meer afgelegen toegangswegen seksuele diensten aan.




Kampen worden systematisch vernietigd
“Het leven in Tunesië is uitzonderlijk zwaar”, vertelt de 26-jarige Anita uit Sierra Leone die meerdere invallen van de politie meemaakte. Ze verbleef een jaar in een kamp bij El Amra, totdat ze zwanger raakte en naar Sousse vertrok. “Bij een massale inval met bulldozers gebruiken zo’n vijftig agenten pepperspray en elektrische shocks zodat we niet kunnen weglopen. Ze pakken de kinderen af van moeders en plaatsen die in een weeshuis. Elke keer nadat de politie onze tenten had afgebroken en verbrand, bouwden we alles weer op. Want we kunnen nergens anders heen.”
De onderlinge saamhorigheid in de kampen is volgens Anita groot. Wie iets heeft deelt dat met anderen. Samenwerken is noodzakelijk om als groep te overleven. Tegelijkertijd sterven er regelmatig mensen door ziektes en gebrek aan medische zorg. Dan belt iemand een ambulance die het lichaam komt ophalen.
Om aan geld te komen bedelt Anita op straat. “Elke dag ontmoet je goed en kwaad. Ik krijg vaker iets toegestopt van een vrouw die de supermarkt hier bezoekt. Oudere mannen geven alleen geld in ruil voor seks. Maar dat doe ik niet. Wat me het meeste pijn doet, is de dagelijkse discriminatie. Ik ben vaker geweigerd in een bus. Zelfs als mensen ons iets geven, proberen ze ons niet aan te raken, alsof we een ziekte hebben.”
Ze zeggen twee woorden: geld, telefoon
Na een lange reis vanuit zijn geboorteland Gambia kwam de 25-jarige Lamin aan in Libië en deed daar twee pogingen om in Europa te komen. “Beide keren werd ik gearresteerd en gevangen gezet in een Libische gevangenis. Dat was het ergste wat ik heb meegemaakt. Toen ik na een jaar kon ontsnappen zeiden mensen: ga naar Tunesië. Hier probeerde ik het ook twee keer. We vertrokken met zo’n veertig mensen, er kwamen er maar enkelen terug. We sloegen niet om door de golven, maar doordat we door de kustwacht werden aangevallen. Veel van mijn vrienden zijn verdronken.”
Lamin verblijft in een kamp in Sidi Abid, een armoedige wijk in de havenstad Sfax, ingeklemd tussen de achterkant van de internationale luchthaven en een groot industrieel complex aan zee. “De politie maakt het ons onmogelijk om hier te leven”, zegt Lamin. “Ik slaap slecht uit angst voor een inval. Vorige maand trok de politie schreeuwend ons kamp binnen. Ze zeggen twee woorden: geld, telefoon. Dan vragen ze waar je vandaan komt. Je naam wordt niet opgeschreven. Daarna worden we per bus gedeporteerd naar de woestijn. Ze zeggen: daar is Algerije, loop daar naartoe. Ze slaan ons als we niet doorlopen. We hadden negen dagen nodig om terug te lopen. Maar ook op straat kun je zomaar worden opgepakt. Soms pakt de politie je telefoon en geld af en zet je na tien kilometer uit de bus. Soms word je naar Algerije gebracht en daar verkocht.”
Lamin is inmiddels negen jaar van huis en is de wanhoop nabij. “We hebben hier geen plek om te leven. Drinkwater vinden, jezelf wassen, koken, alles is een probleem. De mensen mogen ons geen werk geven. Toch probeer ik het elke dag opnieuw. Als je politie ziet, moet je rennen. Meestal vind ik niets, soms heb ik geluk. In de winter gaan we langs de deuren en smeken om dekens te geven. Als we ziek zijn, kunnen we niet naar een ziekenhuis. We drinken thee van gekookte besjes, dat verlicht de pijn een beetje zoals paracetamol. Als ik naar een café ga om voetbal te kijken, word ik weggestuurd. Ze zeggen: verboden. Dat is omdat ik zwart ben. Ze willen ons hier niet hebben. Ik snap niet waarom het leven voor mij zo moeilijk is. Soms zou ik liever dood zijn.”

Lamin uit Gambia (links op de foto) leeft met andere migranten in een kamp bij Sfax. Na vier mislukte pogingen om de Middellandse zee over te steken, twijfelt Lamin of hij nog een laatste poging moet wagen. Hij zou wel naar huis willen, maar liever niet zonder geld om zijn familie te helpen.




Verscholen tussen het puin en verstopt onder struiken hebben enkele honderden migranten een onderkomen gemaakt van afval uit de straten van Sidi Abid, een armoedige wijk van de havenstad Sfax, gelegen tussen het vliegveld en een industrieterrein.
Meer migranten willen terug naar huis
Het effect van de repressie is een stijging van het aantal migranten dat zich aanmeldt voor het door Europa gefinancierde terugkeerprogramma, dat uitgevoerd wordt door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), een onderdeel van UNHCR. In 2024 werden er 17.366 migranten geregistreerd en 6.855 gerepatrieerd. In de eerste helft van 2025 keerden er al 5.336 migranten terug naar hun land van herkomst. Omdat er te weinig plek is in de opvanghuizen voor alle mensen die op de terugkeerlijst staan, zijn er wachttijden ontstaan van een half jaar en langer. Wie daarop staat, moet al die tijd zelf proberen te overleven.
Eén van de migranten die terug wil gaan is de 20-jarige Abdoul uit Ivoorkust. Hij stond bij een café op het strand van Mahdia zeer ontspannen klanten te bedienen in het Frans en Arabisch. “Op het strand ben ik de enige zwarte”, zegt Abdoul. “De eerste keer keken mensen raar naar mij en wilde ik het liefst zo snel mogelijk weg.” Zonder toegang tot lesboeken en zonder docenten leerde Abdoul in Libië zichzelf in het Arabisch verstaanbaar te maken. Inmiddels beheerst hij de taal zo goed dat toeristen regelmatig vragen of hij soms Tunesiër is. Zijn meertaligheid maakte hem voor de eigenaar van het strand café aantrekkelijk als arbeidskracht. “Dat ik geen papieren had was geen probleem, hij zou wel met de politie praten.”
In het toeristische hoogseizoen (april – oktober) verblijft Abdoul dag en nacht aan het strand. “Mijn baas vertrouwt me volledig”, zegt Abdoul. “Ik doe al het werk en bel hem als er een probleem is. Van de verdiensten houd ik een boekhouding bij. Ik heb nooit iets voor mezelf gehouden. Maar als ik mijn loon vraag, krijg ik het niet altijd. Ik had mijn spaargeld verstopt, en op een dag was het weg, gestolen door een Tunesische jongen die ik al een tijdje in de gaten hield.”
Omdat er in de wintermaanden voor hem geen werk is, vertrok Abdoul eind vorig jaar naar een kamp bij El Amra. Daar deed hij een poging om met een metalen boot Europa te bereiken. “We werden al snel door de kustwacht tegengehouden”, vertelt Abdoul. “De motor, geef de motor, riepen de agenten. Ze lieten ons zonder motor achter op zee. Diezelfde nacht nog werden we gevonden door vissers die ons op sleeptouw namen.”
Na twee mislukte pogingen om Europa te bereiken, wil Abdoul nu terug naar zijn geboorteland om daar een restaurant te beginnen. “Toen ik dat aan mijn baas vertelde, zei hij alleen: veel geluk. Verder niets. Geen bedankje, niks extra’s bij het afscheid. Sterker nog, ik krijg nog achterstallig loon van hem. Voor hem ben ik een betrouwbare, goedkope arbeidskracht. Maar voor mij voelt het meer alsof ik zijn slaaf ben.”




Een impressie van de werk-, eet- en slaapplek van Abdoul op het strand van Mahdia.
Per saldo evenveel bootvluchtelingen
Tunesië ontvangt, net als Marokko en Mauritanië, van de EU honderden miljoenen euro’s om de migratie naar Europa te stoppen. Uit een diepgravend onderzoek van Lighthouse Reports in deze Noord-Afrikaanse landen bleek dat de EU al jaren op de hoogte is van de systematische woestijndumpingen en dat door Europa geleverd materieel wordt ingezet bij schendingen van de mensenrechten. Een betrokken EU-consultant vertelde de onderzoekers dat het doel van deze deals is om het leven van migranten zo moeilijk te maken, dat ze uiteindelijk vrijwillig terug naar huis gaan. En dat het nieuwe migranten afschrikt om te komen.
Europese politici beweren dat de Tunesië deal werkt, want er bereiken beduidend minder boten vanuit Tunesië het Italiaanse eiland Lampedusa. Toch is dat niet het hele verhaal. Volgens de laatste cijfers van de UNHCR over 2025 kwamen er tot oktober 55.976 mensen op de Italiaanse kust aan, 2% meer dan in 2024. De overgrote meerderheid (49.792) vertrok uit Libië en de rest (3.947) kwam uit Tunesië. Uit een recente publicatie in Trouw bleek al dat het aantal vanuit Libië vertrokken migranten richting Italië met 66% was toegenomen. Niet de bestemming is veranderd, wel het land van vertrek. Een schoolvoorbeeld van het waterbed-effect: geef druk op één plek en het water bolt ergens anders op.
De EU is van plan om met meer landen akkoorden te gaan sluiten om migranten en vluchtelingen ver weg te houden, ondanks alarmerende en goed gedocumenteerde onderzoeken door mensenrechten- en hulporganisaties. Het nieuwste rapport van Amnesty International (gepubliceerd op 6 november 2025) ‘Nobody Hears You When You Scream’ toont aan dat de routineuze aanvallen op zwarte migranten, deportaties, berovingen, mishandelingen en verkrachtingen een rechtstreeks gevolg zijn van een structurele racistische retoriek, aangezet door uitlatingen van president Said in februari 2023. Amnesty noemt de stilte van de EU over de mensenrechtenschendingen alarmerend. Door de samenwerking met Tunesië niet kritisch te volgen dreigen Europese politici volgens de organisatie medeplichtig te worden.
Door weg te blijven kijken van mensenrechtenschendingen kunnen deze politici blijven geloven in het sprookje dat ze iets goeds doen om de migratie naar Europa te stoppen. Ook dat is een vorm van escapisme. En - bekeken vanuit het politieke belang om bij de volgende verkiezingen stemmen te trekken - ook een verdienmodel. Net als voor de agenten die profiteren van de migranten die ze het land uit moeten jagen en de ondernemers die ze voor een fooi keihard laten werken.

Een Internetcafé in Hamman Sousse.

Een verkoopster maakt haar mobiele winkeltje klaar op de boulevard van Sousse.

Een mural van voetbalsupporters in de havenstad Sfax. Black & White verwijst naar het tenue van hun voetbalclub, het jaartal is het oprichtingsjaar van de vereniging.

Het uitzicht vanuit Residence Paradise. Het appartementencomplex voor toeristen vlakbij Mahdia is nooit in gebruik genomen.


