ONZE VERWEESDE MIJNSTREEK | HESSEL FURST
‘Maatschappelijke problemen zijn niet uitsluitend
in achterstandswijken te vinden’
Hessel Fürst, bewoner van de Auroraflat achter het station van Heerlen.
Het leven in de Auroraflat in Heerlen is volgens bewoner Hessel Fürst ‘een stuk echter’ dan in het welvarende gezin waarin hij opgroeide. Het gemis aan aandacht en liefde in zijn jeugd werd de bron van zijn verslavingszucht, die vele vormen kan aannemen. Om zijn droom - een intieme liefdesrelatie – te realiseren, wacht hem nog een uitdaging.
"
Ik vind het fantastisch om in de Auroraflat te wonen. Omdat ik veel kan leren van zowel de mooie als de uitdagende kanten van deze plek. Hier leven hier stelt je op een bepaalde manier op de proef. Sommige bewoners dumpen bijvoorbeeld hun eigen afval in de flat. Daarom hebben we vanuit de bewonerscommissie samen met de gemeente een opruimdag georganiseerd, met zeecontainers en een frietkar. Daardoor kwamen mensen met elkaar in gesprek. De fiets die een bewoner ging weggooien, wilde iemand anders nog wel opknappen.
De dynamiek tussen de bewoners is groot. Omdat hier vooral alleenstaanden wonen, zijn we meer van elkaar afhankelijk. Je haalt voor je buurman de post op of laat zijn hond uit als die naar het ziekenhuis moet. Of ik vraag iemand om een pizza voor me te halen. Laatst werd ik uitgenodigd voor de maaltijd bij het Suikerfeest. Zelf krijg ik veel energie van de alledaagse gesprekjes. Ze dragen bij aan de verbreding van mijn wereldbeeld, juist omdat we door onze achtergrond andere visies hebben. Je vindt hier mensen met allerlei nationaliteiten, geloofsovertuigingen, beroepen en geestelijke en lichamelijke problematiek. Het is echt de wereld in een flat. Alleen wonen hier geen mensen met een universitair diploma en een inkomen boven een ton. Hier kunnen mensen niks verdoezelen met geld. Hier is het leven een stuk echter, meer doorleefd.
De Auroraflat - het grootste street art kunstwerk van Europa - en het Maankwartier bij het station symboliseren samen de transformatie die Heerlen voor ogen staat. Van een no go area naar een wijk waar bewoners elkaar kennen en meedoen aan de samenleving. Hieraan refereert ook de tekst die groot op de gevels staat van Kahlil Gibran: 'In het hart van elke winter, leeft een trillende lente'.
Naar deze mensen zouden beleidsmakers moeten luisteren. In hun verhalen liggen de oriënteringspunten om bewoners beter te kunnen helpen. Neem bijvoorbeeld verslaving. Het hechten, en daarna weer onthechten, aan een conditionering is voor iedereen een uniek verhaal. Maar er zitten herkenbare punten in die voor iedereen hetzelfde zijn. Een middel stelt je in staat om geluk te ervaren, om je sociaal te kunnen bewegen, om met stress om te gaan, maar het neemt ook je identiteit over. Dat zijn oriënteringspunten. Als je die kunt benoemen en samen doorleven, dan kun je stappen maken. Het geeft inzicht waarom iemand verslaafd is en bepaalde gedachtenpatronen heeft.
Diapresentatie bij een van de toegangsdeuren naar de Auroraflat. Kunstenaars en bewoners schilderden samen de dichtregels van Kahlil Gibran op de gevel: 'In het hart van elke winter, leeft een trillende lente'.
Alle problemen in de samenleving komen voort uit geconditioneerd gedrag. Je kunt verslaafd zijn aan een politieke opvatting, aan Netflix, je telefoon, je werk of een middel. Toen ik van mijn alcohol- en drugsverslaving af was en fanatiek marathons ging lopen, begonnen mensen zich daar zorgen over te maken. Ze zeiden: Hessel, je bent nu toch wel erg mager, gaat het wel goed met je? Het zijn twee verslavingsvormen, alleen is de ene wat meer geaccepteerd dan de andere. Maar in de kern kunnen beiden een destructieve uitwerking hebben.
De onderliggende behoefte van elke verslaving is dat je een vorm van verlichting wilt ervaren. Even vrij willen zijn van je problemen, kunnen dansen zoals ze wilt. We leven in de illusie dat dit vrijheid is. Maar het is juist gedrag dat voortkomt uit gebondenheid. Echte vrijheid ontstaat door onthechting. Doe eens iets nièt wat je normaal wel doet. Zo kijk ik ook kritisch naar mezelf: leef ik wel volgens mijn eigen levensfilosofie als ik zo fanatiek aan het hardlopen, mediteren of werken ben? Daarom wil ik in 2026 een jaar niks doen, even overal mee stoppen, want ik ken geen grenzen. Ik ga altijd maar door, door, door. De drang om een bepaalde euforische gemoedstoestand te creëren, voel ik nog steeds in mijn lijf. Eigenlijk ben ik nog net zo verslaafd als vroeger.
Sinds hij van zijn alcohol- en drugverslaving af is, laat Hessel Fürst elk jaar dat hij 'clean' is gebleven een nieuwe tatoeage zetten.
De bron van mijn verslavingszucht ligt in het trauma van mijn jeugd. Ik ben met een gouden lepel opgegroeid. Ik kwam in materiele zin niks tekort. Overal waar mijn vader kwam werd de spreekwoordelijke rode loper uitgelegd. Maar ik was heel arm. Mijn armoede bestond uit een tekort aan liefde en aandacht. Alles werd afgekocht met spulletjes. Over gevoelens en emoties werd niet gepraat. Rond mijn twaalfde wist ik: hier klopt iets niet. Maar ik kon er geen woorden aan geven.
Ik herinner me dat ik het als tiener normaal vond dat in het stadscentrum van Heerlen overal mensen in portiekjes of op straat lagen. Ik wist niet wat drugsgebruik was. De sfeer was grauwig. Er was altijd wel een bepaalde spanning voelbaar. Toen er op een dag operamuziek hoorbaar was, kreeg ik door dat er meer aan de hand was. Het was een poging om de verslaafden met klassieke muziek weg te jagen uit het stationsgebied. In die tijd was de Auroraflat een afwerkplek. Verslaafde hoertjes kwamen in de kelderboxen een nummertje maken en lieten daar hun spuiten achter. Daar komt het slechte imago van de flat vandaan.
Hessel Fürst tijdens een meditatie in zijn woonkamer in de Auroraflat.
‘Mijn armoede bestond uit een tekort aan liefde en aandacht’
Toen ik voor het eerst kon uitgaan, vond ik dat heerlijk. Ik was onder de mensen, kon mezelf verdoven. In het begin was het fantastisch, door de jaren heen werd het steeds destructiever. Van donderdagavond tot zondagochtend was het feest, de rest van de week was ik depressief. Om aan geld te komen stal ik uit de portemonnee van mijn vader als hij in bad lag. Mijn oma had geld voor mij gespaard. Toen ik als achttienjarige daar bij kon komen, heb ik alles opgemaakt. Daar heb ik nog steeds spijt van. Op mijn eenentwintigste wilde ik weg uit huis. Er was altijd spanning met mijn moeder, die niet goed met mijn gedrag kon omgaan. Ik werd gek van al haar zorgen. Ik woonde eerst antikraak in Sittard en verhuisde vijf jaar later naar de Auroraflat, omdat die betaalbaar was.
In die tijd was er nog veel drang naar drank, cocaïne en feesten. Als werkloze kwam ik op gesprek bij het UWV, waar een medewerker voorstelde om met oudere mensen te gaan werken. Vanaf mijn eerste werkdag in de thuiszorg vond ik het geweldig. Pas toen ik tien jaar later van mijn conditionering af was, ontstond er ruimte om een opleiding te gaan doen. Nu werk ik als verzorgende IG, wat betekent dat ik mensen mag wassen, katheteriseren en medicatie geven.
Het Willemskwartier achter het station was na de mijnsluiting decennia lang een plek voor drugscriminaliteit en prostitutie. Nog steeds herinneren sommigen panden aan die periode.
Als kind werd ik op een bepaalde manier niet gezien. Nu krijg ik veel waardering uit mijn directe omgeving. Dat bevestigt dat ik op de goede weg ben. Zelfs de koning is bij me op bezoek geweest in de Auroraflat. Daarvoor had hij in Royal eerst een gesprek met de medewerkers van het Nationaal Programma Heerlen-Noord en pas daarna met de uitgenodigde bewoners, die een tafeltje verderop waren neergezet! Ik weet niet wie dat verzonnen heeft, maar dat laat toch heel goed zien wat het probleem is. Wat ik had gewild: allemaal bij elkaar aan één tafel. Ze snappen het nog steeds niet! Het is niet alleen symbolisch. Ik heb geen groot ego, maar vind dat de koning vooral met ons, de bewoners had moeten praten. Zo’n gemiste kans.
Het is niet zo dat maatschappelijke problemen uitsluitend in zogenaamde achterstandswijken te vinden zijn. Het speelt overal, alleen zijn ze hier meer zichtbaar. De bewoners van Heerlen-Noord zien de overheid als de grote boosdoener, omdat ze er niet meer op vertrouwen dat het nog goed gaat komen. Ambtenaren kunnen zich niet goed inleven in de problematiek waar bewoners in hun dagelijks leven tegen aan lopen. Ze volgen de regels en hebben zelf niet met de voeten in de modder gestaan. De oplossing ligt hier, in alle verhalen van een flat als de Aurora. Kom eens een tijdje hier wonen, zou ik tegen die ambtenaren willen zeggen. Dat ontwikkel je bepaalde voelsprieten waardoor je beter beleid kunt maken.
En dan krijg je meer draagvlak bij de bewoners.
‘Waarom geef jij je moeder een kus?
Ik kende dat niet, ik wist niet hoe dat was,
hoe dat voelde’
Sculptuur van de Sint Barbara, de beschermheilige van de mijnwerkers, die Pancratius omarmt, de patroonheilige van Heerlen die volgens de legenden op 14-jarige leeftijd stierf voor het geloof. Het beeld hoort bij het Maankwartier, een schepping van de Heerlense kunstenaar en bouwmeester Michel Huisman. Het symboliseert - net als het Maankwartier zelf - de verbinding tussen de mijnkolonies ten noorden van de spoorlijn, en de welvarende wijken ten zuiden van het centrum. Het beeld staat op de rotonde aan de Spoorsingel,
tussen het Maakwartier en de Auroraflat.
Mijn droom, mijn echte droom, zou een gezinnetje zijn. Ik ben de laatste tijd veel aan het daten geweest. Ik word daar heel onrustig van. Daar zit nog een enorme blokkade. Mezelf op een veilige manier liefdevol verbinden met een ander vind ik lastig. Toen ik mijn beste vriend Tim ooit zijn moeder een kus zag geven bij het afscheid, was ik daar helemaal van in shock. Waarom geef jij je moeder een kus? Ik kende dat niet, ik wist niet hoe dat was, hoe dat voelde. Intimiteit is daardoor nog steeds een issue voor mij. Iemand knuffelen, zeggen ik houd van je… het zit wel in me, maar achter een muur die ik heb gebouwd. Dat is de volgende uitdaging. Er is geen moment dat je kunt zeggen, nu ben ik klaar met mezelf. Elke levensfase heeft zo z’n eigen dynamiek waar je doorheen moet.