top of page

ONZE VERWEESDE MIJNSTREEK | LONNY VERMEULEN KLAMEREK 

‘Voetbal was al in mijn leven voordat ik geboren werd’

Onze verweesde mijnstreek _ Lonny Vermeulen Klamerek _ 01.jpg

Lonny Vermeulen Klamerek in de (inmiddels permanent gesloten)

Koempelclub in Brunssum, waar zij in haar jeugd veelvuldig uitging.

Het mijnverleden en het voetbal vallen in het leven van Lonny Klamerek volledig met elkaar samen. Ze trouwde op latere leeftijd met oud-international en Roda-icoon Pierre Vermeulen. Nu wonen ze in het Maankwartier, boven het station waar het startpunt ligt van haar familiegeschiedenis in de Limburgse mijnstreek.

    Op de dag dat Pierre en ik verhuisden naar het Maankwartier, keek ik vanaf de galerij naar het perron en dacht: nu is de cirkel rond. In 1927 stopte hier een trein en stapten mijn Poolse opa en oma uit met hun kinderen. Nu staat mijn bed op de plek waar zij naar toe gingen om in de mijnen te werken. Toen kreeg ik het idee om een muurschildering van de mijnindustrie in ons nieuwe appartement te laten maken.

De kunstenaar heeft de penningen van mijn grootvader met de juiste nummers erbij geschilderd. In ons huis staan veel spullen als eerbetoon aan de mijnwerkers en aan de voetbalcarrière van Pierre. Na zijn tijd bij Roda werd hij nog landskampioen bij Feyenoord in het team met Johan Cruijff en in Frankrijk bij Paris Saint Germain. 

"

Onze verweesde mijnstreek _ Lonny Vermeulen Klamerek _ 06.jpg

Lonny en Pierre in hun slaapkamer in hun appartement in het Maankwartier.

Ik groeide op in de jaren zestig in een mijnwerkerskolonie in Heksenberg. We speelden veel buiten. Thuis en met vriendinnen sprak ik Nederlands. Dat onze ouders Pools, Hongaars of Italiaans met elkaar spraken was normaal. Het was altijd gezellig thuis, de sfeer was gemoedelijk. Bewoners uit dezelfde straat hadden dezelfde voordeursleutel, dus je kon altijd binnen. De mensen werkten heel hard. Je was er voor elkaar. Mijn moeder kon gaan werken omdat oma bij ons inwoonde. Als ik mijn vader ging afhalen bij de mijn, mocht ik op de stang van zijn fiets en voelde me dan net een koningin. Er werd thuis nooit over de mijnen gesproken. We hadden het over gewone dingen, zoals koken of zelf kleding maken. 

Het appartement van Lonny en Pierre Vermeulen staat vol met herinneringen aan de internationale voetbalcarriere van Pierre (onder meer: Roda JC, Feyenoord, Paris Saint Germain,  Nederlands elftal) en aan het mijnverleden.

‘Een kennis belde me en zei: heb jij een relatie met dè Pierre Vermeulen?

Ik zei ja, maar hij geloofde me niet’

In mijn tienerjaren gingen de mijnen dicht. Mijn vader die schiethouwer was, had veel rugklachten en ging naar een sociale werkplaats. Toen mijn oma in 1975 een dodelijk verkeersongeval kreeg, was de impact op ons gezin groot. Vanaf dat moment ging mijn vader niet meer werken.

 

Op de middelbare school zag ik rond mijn vijftiende voor het eerst leerlingen met zilverpapiertjes. Die raakten later verslaafd aan de heroïne. Ik heb genoeg ellende gezien rondom het station. Ik kende iedereen die daar lag. Dat waren leeftijdgenoten van school of het uitgaansleven. Ze riepen mij en vroegen om geld. Er waren cafés waar ik van mijn ouders niet naar toe mocht gaan. Zelf ging ik vaak met vriendinnen naar de Koempelclub in Brunssum. Dat was een begrip in de regio. Mijn ouders gingen daar vroeger al op stap. Koempels kwamen daar niet, het was een bar en dancing voor jongeren. Mijn hele vriendenkring was er. De Koempelclub is helemaal ingericht met spullen uit de mijnen. Bovenin zaten de motorclubs, daar kon je beter niet komen. 

Onze verweesde mijnstreek _ Lonny Vermeulen Klamerek _ 12.jpg

De kapstok van de Koempelclub in Brunssum.

Voetbal was al in mijn leven voordat ik geboren werd.

Mijn vader was in Heerlen een bekende voetballer. Als ik in Heksenberg mijn familienaam Klamerek noemde, zeiden mensen: Oh, ben je van die voetballer? Ik heb hem zelf nooit zien spelen, hij was 32 bij mijn geboorte en al gestopt. Mijn vader las op maandagochtend over Roda in de krant en had het dan altijd over Pierre Vermeulen. Dat begon me wel een beetje de keel uit te hangen. Dan zei ik: papa, ik weet het nu wel. Iedereen kende de Roda-spelers, ook al ging je niet naar het stadion. 

 

Vijftien jaar geleden ging ik als vrijwilliger in de fan shop van Roda JC werken. Toen ik een vast contract van Roda kreeg, postte ik dat op Facebook. Pierre reageerde daarop met een berichtje: Oh, daar heb ik ook eens een contract gehad. Zullen we samen eens iets gaan drinken? Ik kende zijn naam, maar niet de persoon. Ik schreef terug: ga maar lekker met je eigen vrouw iets drinken. Maar die bleek te zijn overleden. Dat vond ik wel heel pijnlijk. We spraken af en twee jaar later trok hij bij me in. En voordat ik het wist stond hij naast me in de fan shop te werken. Een kennis belde me en zei: heb jij een relatie met dè Pierre Vermeulen? Ik zei ja, maar hij geloofde me niet. Dan komen we morgen bij jou langs, zei ik. We zaten op zijn bank en zelfs toen kon hij het nog niet geloven. Hij zei tegen zijn vrouw: ga de kinderen eens uit bed te halen, Pierre Vermeulen is in ons huis. We trouwden tijdens de winterstop van 2016 op de middenstip in het Roda stadion. Het was heel koud, er waren vrienden, familie en oud-spelers. Het was ook voor de gasten een bijzondere ervaring. De middenstip is een plek waar je niet zomaar komt. 

Onze verweesde mijnstreek _ Lonny Vermeulen Klamerek _ 07.jpg

De spelerstunnel van Roda JC is in 2023 met hulp van supporters aangekleed als een mijnschacht.

Spelers en scheidsrechters passeren eerst een mijnkarretje voordat ze het veld betreden.

Onze verweesde mijnstreek _ Lonny Vermeulen Klamerek _ 08.jpg

Dat de clubliefde zo diep zit, had ik eerder niet voor mogelijk gehouden. Op een dag vroeg een man in de fan shop of we een naam op een shirtje wilde zetten van een kindje dat de dag erna zou worden begraven. Dat was heel heftig. Ik herinner me ook een meneer die zijn eigen seizoenkaart en die van zijn overleden zoon kwam verlengen, zodat er altijd iemand anders met hem naar het stadion kon gaan. Dat gaf hem het gevoel dat zijn zoon er bij was. Een man belde op en zei: ik ga dood, maar zou nog heel graag eens met Pierre willen praten. Een meisje antwoordde eens op de vraag wat ze later wilde worden: trommelaar bij Roda. 

 

Het logo van de mijnwerker vind je nog steeds overal terug: in het Roda stadion, op de wedstrijdshirts en de spulletjes in de fan shop. De spelerstunnel is recent veranderd in een mijngang met een mijnkarretje bij de toegang naar het veld. We zitten het liefst tussen de harde kern op de Koempeltribune. Als het uit de hand loopt, en supporters beginnen rotzooi te trappen, dan spreek ik ze er op aan. Wat voor trauma’s deze jongeren ook hebben opgelopen, het geeft ze nooit het recht om mensen aan te vallen of stoeltjes in het stadion kapot te maken. Toen Roda voor het eerst sinds 42 jaar degradeerde uit de Eredivisie, was dat zo’n klap voor de fans. Dat verdriet deel je ook. We hebben toen net buiten het stadion een lange tafel neergezet met potten koffie. Fans zaten aan die tafel te janken.

Onze verweesde mijnstreek _ Lonny Vermeulen Klamerek _ 09.jpg

Tussen 1975 en 2008 was Roda JC maar liefst zes maal bekerfinalist van Nederland. Met als absolute hoogtepunten het winnen van de Amstel Cup in 1997 en 2000.

Voetbal is altijd belangrijk geweest in de mijnstreek. Het was de uitlaatklep voor de mijnwerkers. Er was in die tijd minder geld en minder vertier. Je had de harmonie en de voetbalclub. Dat voetbalclubs uit mijnstreken in die tijd goed presteerden, ook in Duitsland en België, had te maken met de mentaliteit en de saamhorigheid. In de mijnen was je op elkaar aangewezen. Er werkte een mengelmoes aan nationaliteiten ondergronds, dus je moest ook zonder een gemeenschappelijke taal goed met elkaar kunnen communiceren. Dat was op het voetbalveld niet anders. En daar kwam de koepelmentaliteit nog eens bij. De houding was: niet zeiken en ervoor gaan. 

 

Na de fan shop werkte ik een paar jaar als vrijwilliger in het mijnmuseum. Daar leerde ik veel over dingen waar ik eerder nooit bij had stil gestaan. Op zijn personeelskaart kan ik nu teruglezen dat mijn vader op zijn veertiende in de mijnen ging werken. Toen was hij nog een kind! Toen vonden we het allemaal doodgewoon, maar nu besef ik pas hoe gevaarlijk dat werk was. Zo diep onder de grond zitten, en als je in de winter naar boven kwam was het al weer donker. Erover klagen was geen optie, want dan had je geen werk meer en niks te eten. 

De befaamde Koempelclub in Brunssum is volledig ingericht met honderden voorwerpen uit en afbeeldingen van de mijnen. De Koempelclub was decennialang een populaire bar en dancing in het uitgaansleven. De club sloot na Corona. De gemeente Brunssum heeft het pand opgekocht, samen met andere panden in de straat, vooruitlopend op een nieuwbouwproject.

Wat ik in Heerlen Noord heb gezien en meegemaakt, is me altijd aan het hart gegaan. Veel mensen hadden het financieel lastig, door de drugs of de drank of welke omstandigheden dan ook. En de regio merkt daar nog de gevolgen van. Ik was nooit geïnteresseerd in de politiek, maar werd onverwacht gevraagd door de SP om op hun kieslijst te komen voor de gemeente-raad. Toen ik met voorkeursstemmen gekozen werd, was ik ontzettend trots. Ik kreeg een warm welkom binnen de SP-fractie. Ze helpen me waar ze kunnen, omdat het voor mij allemaal nieuw is. 

‘Deze regio is altijd van de buitenlanders geweest, dat zijn de mensen vergeten’

Onze verweesde mijnstreek _ Lonny Vermeulen Klamerek _ 02.jpg

De Ontmoetingsbus van het Leger des Heils op het Maankwartier, een stedenbouwkundig ontwerp van de Heerlense kunstenaar-filosoof Michiel Huisman. De citadel telt 89 kunstwerken en verbindt de stad voor en achter het spoor met elkaar. Lonny en Pierre Vermeulen behoren tot de eerste bewoners van het Maankwartier, waarvan de bouw in 2019 werd voltooid.

"

Natuurlijk ben ik bezorgd dat zoveel mensen in deze regio op de PVV stemmen. Iemand roept iets over ‘de buitenlanders’ die meteen een ingericht huis zouden krijgen, en dat blijft dan hangen. Terwijl het helemaal niet klopt. Maar mensen nemen dat gedachteloos van elkaar over, zonder te onderzoeken of het wel waar is. Deze regio is altijd van de buitenlanders geweest. Dat zijn de mensen vergeten. Heerlen is wat dat betreft een wereldstad. 

bottom of page