ONZE VERWEESDE MIJNSTREEK | NOHA HAFEZ
'Mijn ouders kunnen me niet accepteren zoals ik ben'
Noha Hafez met haar konijntje Bonnie in het appartement waar ze sinds maart 2024 met haar vriend woont.
Ze mist haar moeder en koestert deze foto van hen samen uit het familiealbum.
Noha Hafez kreeg een strenge islamitische opvoeding, maar wilde dansen en zich in vrijheid kunnen kleden, net zoals haar Nederlandse vriendinnen. Het leidde tot een breuk met haar Egyptische ouders die dachten het juiste te doen. Via haar zusjes probeert ze te achterhalen of haar ouders het contact willen herstellen.
"
Ik heb al meer dan vier jaar geen enkel contact meer met mijn ouders. Toen ik mijn moeder voor het laatst zag, zei ze letterlijk: je bent mijn dochter niet meer. Ze wilde dat ik mijn achternaam zou veranderen. Ik zie twee van mijn drie zussen nu wekelijks. We hebben het vaak over mijn ouders. Als ik wil weten of ze mij weer willen ontmoeten, zeggen ze dat het beter is om het niet te proberen. Mijn naam mag in huis niet genoemd worden.
Mijn ouders kunnen me niet accepteren zoals ik ben. De reden dat ik op mijn achttiende uit huis moest was heel heftig. Ik had in coronatijd geen enkele vrijheid meer. Mijn moeder ontdekte dat ik aan de pil zat. Vanaf dat moment mocht ik nergens meer naar toe zonder dat zij er bij was. Ze bracht me naar school en haalde me daar op, bewaarde mijn telefoon en laptop. Mijn ouders eisten dat mijn vriendje en ik een huwelijkscontract zouden sluiten. Toen ik zei dat ik uit huis wilde gaan, werd alles erger.
Omdat Noha zelf niet meer naar haar ouderlijk huis kan gaan, komt haar jongere zus Jasmina regelmatig op bezoek om bij te praten en samen leuke dingen te doen.
Ik wilde voor mijn achttiende de Kinderbescherming niet bellen, omdat ik geen andere plek had om naar toe te gaan.
Op een dag in december hadden mijn ouders me opgesloten en de sleutel verstopt. Tijdens een fysiek gevecht rende ik naar de kamer van mijn zus en belde met haar telefoon de politie. Tegen mijn ouders zeiden de agenten dat ze me moesten laten gaan omdat ik achttien was. Ze werden gedwongen om mijn telefoon en laptop aan de politie te geven. Buiten heb ik een taxi gebeld en ben ik naar de kamer in Heerlen gegaan waarvan ik die ochtend de sleutel had gekregen. Ik voelde het wel aankomen. Ik had altijd plannen in mijn hoofd, en wist dat ik een plan B en C klaar moest hebben. Twee goede vriendinnen hebben me opgevangen. Een van hen is met me naar Ikea gereden en heeft alles voorgeschoten. Daardoor had ik een bed, een deken en wat meubels.
Mijn ouders dachten het juiste te doen. Ze wilden hun dochter beschermen. Ze dachten: als je leeft zoals Nederlanders doen, ben je een zondaar en geen goed persoon. En dan schaadt je je ouders, want zij zien zichzelf als mijn fundament. Dan nemen zij het zichzelf kwalijk dat ik zo geworden ben. Als ik iets fout deed in hun ogen, werden ze nog strenger. Wat ze deden kwam uit een goed hart, maar de uitwerking was niet goed. Ze wilden me een goede opvoeding geven. Dat heeft uiteindelijk wel goed uitgepakt, want ik ben een goed persoon geworden.
'Op tv zag ik hoe het leven ook kon zijn'
Mijn moeder was docent Frans in Egypte, mijn vader automonteur. Toen een oom in Nederland een restaurant wilde beginnen, gingen mijn vader en moeder mee. Ik groeide met mijn drie zussen op in Landgraaf. We woonden boven het restaurant van mijn ouders. De culturele en religieuze regels golden ook thuis, maar omdat ze altijd in het restaurant waren, kon ik ongestoord televisie kijken.
Ik ging de eerste zes jaar naar een Nederlandse basisschool. Maar vanaf mijn tiende moest ik met mijn oudste zus mee naar de Islamitische basisschool El Wahda in Heerlen. Mijn zus is heel gelovig, dus zij had daar een fijne tijd. We moesten daar een hoofddoek dragen en meedoen met bidden. Ik kreeg ook Koranlessen. Er waren wedstrijdjes wie het mooiste kon reciteren. Je mocht geen kritische vragen stellen over alle regels. Zo mogen vrouwen geen vriendje hebben en niet trouwen buiten het geloof. Ik dacht: dit past niet bij mij. Ik snapte de kledingvoorschriften niet. Het moest altijd bedekkend zijn. Waarom mocht dat geen eigen keuze zijn? Ik wilde naar muziek luisteren en dansen, maar dat mocht niet. Als vrouw moet je je waarde behouden en de eer van de familie bewaken. Maar thuis zag ik op tv hoe het leven ook kon zijn.
Voorlichtingsfilm van de islamitische basisschool El Wahda in Molenberg, een wijk in Heerlen.
Noha Hafez zat in groep 6, 7 en 8 op deze school.
Op de middelbare school werd het erger. Het was altijd: kijken hoe ik het makkelijkste kan liegen, kan wegkomen. Ik had alleen Nederlandse vriendinnen, die hadden vriendjes en zaten aan de pil. Ik deed wat zij ook deden, ging ook feesten, maar stiekem. Soms werd ik niet voor een feestje gevraagd, omdat ze wisten dat mijn ouders dat zouden verbieden. Daardoor was ik ook op de middelbare school een buitenbeentje. Toen ik een vriendje kreeg, moest ik dat geheimhouden. Toen mijn ouders dat toch ontdekten kreeg ik echt de klappen van mijn leven. Mijn moeder bleef met een schoen op mijn rug slaan. Ik verborg het op school, maar een vriendin had het gezien en gemeld bij een docent. Die wilde mijn ouders spreken, maar daarna hoorde ik niets meer van school.
Islamitische kledingzaak in de Willemsstraat in Heerlen.
Ik probeerde zoveel mogelijk mijn leven te leiden zonder dat mijn ouders daar last van hadden. Voor die druk betaal je op enig moment een prijs. Buiten voelde ik me vrij, maar dan kreeg ik appjes met de vraag waar ik was. Dat maakte me gek en verdrietig. Dit was niet hoe ik mijn leven wilde leiden. Ik was te sterk om depressief te worden, maar het had wel kunnen gebeuren. Ik denk liever niet aan deze periode terug, want dan voel ik weer de pijn en de angst. Mijn twee zussen hebben het nu iets beter, maar ze zijn nog steeds niet vrij. Mijn moeder denkt: als ik ze net zo streng aanpak als Noha, gaan ze ook bij me weg. Voor mij is het pijnlijk om te beseffen: ik ben the one that got away.
​
Ik vond rust en geluk in mijn vrijheid, dat was zo heerlijk. Nu ga ik niet meer naar elk feest, want ik doe al zoveel. Ik heb ontdekt dat rust nemen ook fijn is. Ik heb niet veel goede vrienden of vriendinnen. Als meisje heb je veel vendetta’s. Dat zijn vijandige meiden die achter je rug om geheimen delen of dingen verdraaien, waardoor je niet goed weet wie je kunt vertrouwen.
Jongeren zijn heel selfish tegenwoordig. Ze gunnen zichzelf meer succes dan de ander. Op social media zien ze hoe gelukkig de ander is. Als je in zo’n wereld zit, dan word je vijandig tegen elkaar. Er is afgunst. Sommige plaatsen foto’s die ze van Pinterest hebben gehaald om een leuk leven te veinzen. Als we eerlijk zouden zijn over ons leven zoals het is, dan gaan mensen je minder interessant vinden. Of je gaat andere types aantrekken. Dat zijn heel verschillende groepen op social media. Ik zit meer in het clubje: er elke dag goed uitzien en het aantrekken van mensen die wat meer geld hebben.
'Ik weet dat er andere
buitenlandse kinderen zijn met een vergelijkbaar verhaal'
Als haar vriend Joris als DJ optreedt, gaat Noha met hem mee.
Het is moeilijk om eerlijk te zijn over jezelf op social media. Ik wil niet zwak lijken. Ik wil iemand zijn die shinet. Soms vragen mensen waar ik vandaan kom. Dan weet ik dat er een groot verhaal achter zit, maar dan zeg ik: ik kom uit Heerlen. Dat doe ik omdat ik denk dat jongeren niet naar mijn verhaal willen luisteren. Het was traumatisch en pijnlijk. Dat ik er nu zo over kan praten is een teken van heling. Ik kan nu mijn verhaal vertellen zonder te huilen.
Ik weet dat er andere buitenlandse kinderen zijn met een vergelijkbaar verhaal. Mijn boodschap aan ouders met een migratieachtergrond is: probeer je kind te begrijpen. Je kunt wel bij je standpunt blijven, maar als je begrijpt waar je kind vandaan komt en waarin het anders is dan wat jij gelooft, dan komt je kind veel verder. Naar mij is nooit geluisterd. Ik zei: ik ben niet gelovig. En mijn moeder zei: dat klopt niet, dat komt later wel, je bent wel gelovig. Wie ik echt ben, hebben ze nooit kunnen zien. Dat ik muzikaal ben is het enige wat ze van mij zagen, omdat alleen mijn muzikaliteit getolereerd werd.
Toch haat ik mijn ouders niet. Ik mis ze nog elke dag. Met Vaderdag stuurde ik een kaartje naar huis, zonder mijn naam erop te zetten. Van mijn zussen hoor ik hoe het met hen gaat. Ik zie mijn ouders niet meer, maar ze zijn nog wel bij me. Soms vraag ik me af of het wederzijds is. Waarschijnlijk niet.
Sinds maart 2024 woon ik met Joris samen. Hij is DJ en als hij ergens draait ga ik mee om hem te supporten. Hij is een echte muzikant en een hard werkende jongen. Ik heb mijn verhaal op de avond van onze ontmoeting op Pinkpop kunnen vertellen. Ik voel me veilig bij hem, waardoor ik ook makkelijk kan huilen of boos worden. Hij gaat daar goed mee om. Hij luistert, blijft rustig. Ik kan heel driftig zijn, net als mijn vader, maar dan maakt hij een grapje en dat is beter dan iemand die ook furieus reageert. Het samenwonen is geweldig. Zijn familie heeft me met open armen ontvangen. Ze zien me als hun eigen dochter.